Koningsdag komt eraan en heel Nederland kleurt oranje. U kunt een rommelmarkt afstruinen, langs de koninklijke route gaan staan in Tilburg of de kroeg in duiken. Maar u kunt ook lekker fietsen, we hebben voor u een mooie Oranjefietsroute. Dus geniet dit weekend van de frisse buitenlucht, pak de fiets en ga er lekker op uit! 

De Oranjefietsroute is een aantrekkelijke, bewegwijzerde route die loopt van het Nederlandse Apeldoorn naar het Duitse Lingen. De route doet allerlei plaatsen aan zoals Brummen, Zutphen, Lochem, Diepenheim, Delden, Oldenzaal, De Lutte, Bad Bentheim, Nordhorn en Wietmarschen. Via deze Oranjefietsroute fietst u ontspannen langs steden en dorpen. Met als leidraad het Huis van Oranje-Nassau. De route gaat over bestaande fietspaden en wegen, via het bestaande fietsknooppuntensysteem en is in twee richtingen te fietsen. Bovendien zijn op verschillende plaatsen speciale routebordjes geplaatst met het logo van de Oranjefietsroute. Ook treft u onderweg informatieborden aan, evenals trappalen. Deze vertellen verhalen over het Nederlandse vorstenhuis en zijn geschiedenis. Er zijn rustpunten waar fietsers even kunnen ontspannen onder het genot van een hapje en een drankje.

1e etappe Apeldoorn-Lochem

De eerste etappe van de Oranjefietsroute begint in Apeldoorn, het kloppende hart van de Veluwe. Met een inwonertal van meer dan 155.000 behoort Apeldoorn tot de top tien van Nederlandse steden. Weinig gemeenten bieden zoveel rust en ruimte. De uitgestrekte bosrijke omgeving geeft de stad een geheel eigen karakter. Brummen ligt in het overgangsgebied van de Veluwe en de Achterhoek. Bekend is het Apeldoorns Kanaal, dat van Hattem via Apeldoorn naar Dieren loopt en aangelegd is door de koopman-koning Willem I. In dit gebied vindt u karakteristieke landgoederen en kastelen. De bloeitijd van Zutphen begon na de stadsrechtverlening in 1194-95. De IJsselstad was lid van de Hanze en vele monumenten getuigen nog van die periode. De eerste etappe eindigt in Lochem, een intiem stadje gelegen aan de Berkel, dat in 1233 van Otto-met-de-paardenvoet stadsrechten kreeg. In het gezellige, oude centrum pronkt de St. Gudulakerk die in 1582 zag hoe een leger onder aanvoering van Willem Lodewijk van Oranje-Dillenburg de Spanjaarden verjoeg.

Onderweg passeren veel wetenswaardigheden over leden van het Nederlandse vorstenhuis de revue. Zoals in Paleis Het Loo, Apeldoorn met zijn baroktuinen dat in 1685-1686 door Willen III werd gebouwd. In Brummen hebben twee landgoederen en kastelen een bijzondere band met de Oranjes: het vroegere jachtslot Engelenburg (nu een 4-sterren hotel) en de 17e eeuwse buitenplaats Spaensweerd, ook ingericht als hotel. Wie een zijsprongetje maakt, komt via een veerpont over de IJssel terecht in het kleinste stadje van Nederland, Bronkhorst. Een kostelijke pleisterplaats, die in 1482 stadsrechten kreeg, maar in 1633 al zijn middeleeuwse huizen in vlammen zag opgaan. Er zijn echter fraai gerestaureerde stadsboerderijen (vaak met horecabestemming), leuke winkeltjes en een Dickensmuseum. Zutphen staat bekend als torenstad. Een stadswandeling door het historisch centrum is een must. Behalve de Drogenaptoren zijn ook de Bourgonjetoren en de Wijnhuistoren de moeite waard. Bijzonder is de kettingbibliotheek van de Walburgiskerk waar 750 folianten geketend zijn aan lessenaars om diefstal te voorkomen. Huis Verwolde bij Laren is een aanrader. Het werd gebouwd in 1776 door Philips Schenk, architect van Willem V en opzichter van diens bezittingen.

Paleis Het Loo met zijn baroktuinen in Apeldoorn werd in 1685-1686 gebouwd door stadhouder Willem III. Het Loo is thans Nationaal Museum waar wisseltentoonstellingen worden gehouden. Ook hier een dicht geweven net van wandel-, fiets- en ruiterpaden.

2e etappe Lochem-Hengevelde

De tweede etappe begint in Lochem en voert u naar Hengevelde. Rond deze gemeente bevindt zich een fraai wandel- en fietsgebied met de Lochemse Berg, de Kale Berg en de Paaschberg. De rijke cultuurhistorie van de Hof van Twente weerspiegelt zich o.a. in een reeks kastelen (havezaten) met prachtige tuinen, die deels toegankelijk zijn. Naast Bentelo, Delden, Diepenheim, Goor en Hengevelde, maakt ook Markelo deel uit van Hof van Twente: het is een van de oudste dorpen van Twente met glooiende essen en intieme buurtschappen en de spreekwoordelijke band met de Oranjes. De moeder van prins Bernhard, prinses Armgard, sleet haar laatste levensjaren op kasteel Warmelo (1457) in Diepenheim. Net als de andere kastelen en havezaten in de omgeving, Westerflier, Nijenhuis en Huis te Diepenheim, heeft het zijn menselijke maat behouden. Op het Nijenhuis heeft Rutger Jan Schimmelpenninck gewoond, raadpensionaris van de vroegere Bataafse Republiek. Hij oefende zelfs enige tijd de functie van president uit toen de Oranjes uit Nederland waren verdreven. De etappe eindigt in Hengevelde.

Hof van Twente is één van de landschappelijk best bewaarde gebieden van Nederland waar veel aandacht is voor streekproducten als asperges, wijn, mosterd, forel enz. De landgoederen zijn vaak toegankelijk voor het publiek; de huizen zijn dat niet. Het Weldam en Het Wegdam zijn twee havezaten bij Markelo: statige herenhuizen waarvan het eerste ‘t belangrijkste is. In tegenstelling tot het huis zijn de tuinen toegankelijk voor publiek. Bij het huis horen tientallen pachtboerderijen, te herkennen aan zwart-gele luiken. Markelo en de Oranjes hebben al jaren innige banden met elkaar.

In het Oranjemuseum Nieuwe Haghuis, gelegen in het Twentse coulisselandschap te midden van de bekende zes kastelen van Diepenheim, zijn zowel Twents boerenantiek als Oranjecuriosa te zien. U kunt er onder meer herinnerings- en herdenkingsborden, tegeltjes, glazen, schilderijen, wandkleden en boeken bekijken over Oranje, het Koningshuis en hun telgen.

3e etappe Hengevelde - Bad Bentheim

De derde etappe begint in Hengevelde en eindigt in Delden. Wie Delden zegt zegt Kasteel Twickel, maar ook het Zoutmuseum en de maandelijkse streekmarkt. Ooit was Delden een vestingstadje met twee stadspoorten. Borne was vroeger een trots textielcentrum waaraan de naam Jacob Spanjaard nauw was verbonden. Carnaval, Twente Ballooning, de Boeskool is lös. Een handvol evenementen waarmee ‘de Glimlach van Twente’, zoals Oldenzaal genoemd wordt, zich op de kaart zet. In de gezellige binnenstad vallen het Palthehuis (museum) en het Michoriushuis op evenals ’n Oale Grieze’, de Plechelmusbasiliek. Op weg naar De Lutte komt u door een fraai stuwwallenlandschap. Hoogten als de Paasberg, de Austiberg, de Tankenberg en de Hakenberg geven het landschap een afwisselend karakter met oude boerenerven en beekdalen. Bentheimer zandsteen was de belangrijkste inkomstenbron voor de inwoners van Bad Bentheim. Nu is dat o.a. het toerisme dat afkomt op de vele attracties zoals musea, het geologisch openluchtmuseum (in Gildehaus), het openluchttheater en de imposante, deels middeleeuwse burcht. Hier eindigt de etappe.

De oude Blasiuskerk in Delden is een 15/16e eeuwse hallenkerk met een romaanse voorganger uit de 12e eeuw. Gezellig is het rondom de stadspomp, die de burgerij in 1894 aan de toenmalige baron Van Heeckeren schonk. Deze liet de stad in dat jaar op de waterleiding aansluiten. Uit 1894 dateert ook de karakteristieke watertoren, gebouwd in neorenaissance stijl. In Het Bussemakershuis, een vroegere fabrikeurswoning, herleeft het Borne van vroeger en het linnen dat er gemaakt werd. Borne is deels 'beschermd dorpsgezicht', waarvan de Oude Kerk het hart is. Oldenzaal, de stad die gebouwd is tegen een prehistorische stuwwal, vormt de toegangspoort tot het Nationaal Landschap Noordoost-Twente. Bij het Lutterzand (600 ha.) vindt u bossen, jeneverbesstruweel en zandverstuivingen. In Beuningen bevindt zich de Mauritsbrug, die zijn naam kreeg na diens veldtocht in 1597. Een trekpleister is arboretum Poort Bulten even buiten De Lutte. Een zeer fraai wandelgebied (toegankelijk voor rolstoelers en slechtzienden) met 2.500 inheemse en buitenlandse bomen en struiken. Bad Bentheim is sinds de 18e eeuw bekend als kuuroord vanwege geneeskrachtige bronnen.

De Oranjes waren bekend met Bad Bentheim als kuuroord. De zuster van koningin Emma, Pauline, bewoonde de burcht. Emma werd in 1890 na de dood van haar echtgenoot Willem III koningin-regentes en had tot taak haar dochter Wilhelmina voor te bereiden op de troon.

(https://www.oranjefietsroute.nl)